Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet marktordening gezondheidszorg

 

Artikel 4
1
De zorgautoriteit bestaat uit ten hoogste drie leden, onder wie de voorzitter.
2
Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en de overige leden.
3
Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de zorgautoriteit alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.
4
De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.
5
Een lid van de zorgautoriteit vervult geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
6
Het lidmaatschap van de zorgautoriteit is onverenigbaar met:
a
het lidmaatschap van het College zorgverzekeringen;
b
het bestuur van De Nederlandsche Bank N.V.;
c
het bestuur van de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
d
de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;
e
het hebben van zodanige financiële of andere belangen bij instellingen of bedrijven, dat de onpartijdigheid van het betrokken lid in het geding kan zijn.
7
Bij ministeriële regeling kunnen andere functies of werkzaamheden dan die, genoemd in het zesde lid, worden aangewezen, die niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van de zorgautoriteit.
8
Het lidmaatschap eindigt tussentijds door overlijden, ontslag op eigen verzoek of ontslag om zwaarwichtige redenen door Onze Minister. Van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
9
Onze Minister stelt de bezoldiging en de regels ten aanzien van de rechtspositie van de leden van de zorgautoriteit vast.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •